Een Boeing 747-258F met registratienummer 4X-AXG van het Israëlische vliegmaatschappij El Al. Het toestel vertrok vanuit John F. Kennedy International Airport naar Tel Aviv in Israël, met een tussenstop op Schiphol, Amsterdam. Het was een vrachtvliegtuig, met aanboord groenten en fruit, beweerde El Al. Tijdens de vlucht van New York naar Amsterdam waren er 3 mankementen doorgegeven aan de toren: afwijkingen in de snelheidsregelaar van de automatische piloot, probleem met de kortegolfradio en problemen met de elektrische spanning van generator 3.
Volgens schema landde het toestel op Schiphol om 14:31. Een nieuwe lading werd in het toestel gebracht, dat door de douane, maar niet fysiek, was gecontroleerd en goedgekeurd. Het toestel werd ruim 85 ton brandstof bij getankt. De problemen waren verholpen. Een Amsterdamse medewerkster, Anat Solomon kwam aanboord, die mee zou vliegen naar Tel Aviv om daar te trouwen met een ander El Al medewerker.
Na een vertraging van 53 minuten steeg het toestel om 18:22 op vanaf de Zwanenburgbaan. Het was slecht weer, met een krachtige wind vanuit het noordoosten. Na de opstijgen maakte het toestel een bocht naar rechts, om de vertrekroute Pampus te volgen, langs Muiden en Nijkerk, richting Dortmund. Al snel na die eerste bocht kwam het toestel in de problemen.
Het vliegtuig draait naar rechts, en het brandalarm van motor 3 en 4 gaan af, en geven aan de toren door dat beide motoren stuk zijn.
ATC = Air Traffic Control, luchtverkeersleiding
Piloot: ''Mayday we're in an emergency
ATC 1: ''Heeft hij nog meer ellende Henk?''
ATC 2: ''Motor 3 en 4 heeft hij niet''
ATC 1: ''Die zijn uit en verder geen ellende?''
ATC 2: ''Niet dat ik weet''
ATC 1: ''Ga je dat nog even informeren?''
ATC 2: ''Just for be sure, engines three and four are out?''
Piloot: ''Engines three and four are out and we have uuhhhh problems with our flaps''
ATC 2: ''Problems with the flaps?''
Piloot: ''And flaps problems''
ATC 1: ''And flaps problems?''
Piloot: ''Yes''
Het blijkt dat motor 3 afbrak, de flaps beschadigde en motor 4 meenam in zijn val. De gezagvoerder wilde een noodlanding maken op de Buitenveldertbaan, maar waarom hij deze baan koos, is nog steeds onduidelijk; het toestel zou dan met een flinke staartwind moeten landen. Crashtenders stonden klaar naast de baan om het vliegtuig meteen te blussen als het landt.
Om een betere aanvliegroute te krijgen, vloog het toestel eerst nog een rondje boven de stad.
Piloot: ''We have control problems''
ATC 2: ''And you have control problems?''
ATC 2: ''Hij zit dik in de problemen, nu ook met zijn controls''
ATC 1: ''Ook met zijn controls?''
ATC 2: ''Ja''
Piloot: ''De kleppen omhoog!'' (in Hebreeuws)
Piloot: ''De kleppen omhoog!'' (in Hebreeuws)
Piloot: ''Zet het landingsgestel uit!'' (in Hebreeuws)
De flaps of kleppen zijn noodzakelijk voor een veilige en rustige landing. De gezagvoerder zet de kleppen en landingsgestel uit. Maar doordat de rechter flaps zijn beschadigd, is daar onvoldoende draagvermogen. Aan de linkerkant is genoeg draagvermogen, waardoor het vliegtuig een duikvlucht naar rechts maakt.
Piloot: ''We're going down, we're going down, we're going down''
ATC 1: ''Het is gebeurd''
ATC 2: ''1862, what are you heading?''
ATC 1: ''Het heeft geen zin, hij is al gecrasht Henk''
ATC 2: ''Heb je hem gezien?''
ATC 1: ''Eén grote rookwolk boven de stad''
ATC 2: ''Jesus''
Het toestel boord zich in de woonflats Groeneveen en Kruitberg. 100 appartementen werden vernietigd en ruim 100 mensen komen om. Nabij gelegen ziekenhuizen werden gealarmeerd om ook honderden gewonden op te nemen. Op dat moment van de crash waren 2 agenten onderweg naar een inbraakalarm, zij zagen het toestel vrijwel verticaal neerstorten. Zij sloegen groot alarm, en een paar minuten laten arriveerden de hulpdiensten.
Het was in de eerste avond moeilijk aan te geven hoeveel mensen slachtoffer zijn, omdat de flats bewoond werden door illegaal wonende mensen. Een ooggetuige zag sommige mensen vanuit de zevende verdieping springen om zich zelf in veiligheid te brengen.
Meteen na de melding werden crashtenders erop uit gestuurd.
HET ONDERZOEK
Het Nederlands Forensisch Instituut en het Federal Aviation Administration, oftewel de FAA, onderzochten de zaak. Zij onderzochte onder andere de piloten, het weer, de hoeveelheid vogels in de lucht en de status van het toestel. De 14 centimeter lange slagpennen waren gekopieerd van de kleinere Boeing 707. De slagpennen waren dus niet speciaal ontworpen om grotere en zwaardere motoren aan de vleugels vast te maken. Door metaalmoeheid brak de slagpen van motor 3 af, en nam motor 4 ook mee, waarbij die slagpen ook afbrak.
MANNEN IN WITTE PAKKEN
De krant Trouw maakte in juni 1993 bekend dat er een twintigtal mannen in witte pakken op de vroege ochtend van 5 oktober op de rampplek. Volgens ooggetuigen spraken de mannen geen Nederlands en namen ze bewijsmateriaal onder een witte laken mee. Mensen brachten deze mannen in witte pakken in verband met de gezondheidsklachten die na de ramp optraden.
Maak jouw eigen website met JouwWeb